Hoe maken we Utrecht bereikbaar?

In 2006 is in opdracht van Rijkswaterstaat een netwerkanalyse voor Utrecht gemaakt. Daarbij wordt
Voor de onderste 5 treden van de Ladder van Verdaas hebben we de volgende plannen ontwikkeld:
  1. Ruimtelijke ordening: Beperk het ruimtegebruik voor bouw, maak een compacte stad. Daarvoor hoeven niet alle parken volgebouwd. Langs het Merwedekanaal is heel wat grond waar weinig gebeurt. Er zijn in en rondom Utrecht kantoren- en bedrijvenparken waar bedrijven geen animo voor hebben. Bouwen moet zoveel mogelijk bij knooppunten van openbaar vervoer gebeuren.
  2. Prijsbeleid: In de netwerkanalyse van 2006 bleek een basistarief van slechts 3,4 cent/kilometer het autogebruik fors te beperken. Ervaringen in Stockholm en Londen en hier met filemijden zijn zonder uitzondering positief. Als autorijden slechts een luttel bedrag per rit duurder wordt, leidt dat tot een substantiele vermindering van het autogebruik en een stijging van het gebruik van openbaar vervoer en fiets. Kennelijk is er vrij veel vermijdbaar autoverkeer op de weg. Het vorige kabinet heeft echter besloten om geen rekeningrijden in te voeren, het kabinet Rutte heeft er ook geen oren naar. De 4 grote steden zijn nu gezamenlijk in overleg op welke wijze er met tolpoortjes o.i.d. toch een kleine rekening bij de automobilist kan worden neergelegd. Er moet bij het plaatsen van de tolpoortjes voor worden gewaakt dat er geen "waterbed-effect" optreedt. Door cordonheffing en slimme plaatsing kan dit worden voorkomen. In het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht zijn "knips" gepland in bijvoorbeeld de route om de binnenstad. Met goede beprijzing kan mogelijk zonder knips toch een goede luchtkwaliteit en leefbaarheid van de stad worden gerealiseerd.
  3. Mobiliteitsbeleid (en fiets): hier sluiten we aan bij projecten als Utrecht bereikbaar en “slimmer werken, slimmer reizen”. Ook voor goederenvervoer zijn er diverse goede projecten die aantonen dat de autokilometers geen vast gegeven zijn: de Bierboot, de Cargohopper, het gezamenlijk bevoorraden van bouwprojecten in de stad. Vrachtwagens rijden vaak vol heen en leeg terug. Wat is er aan die lege ritten te doen? Welke invloed krijgen webshops op vrachtverkeer? Is er iets aan venstertijden te veranderen zodat het vrachtverkeer niet allemaal tussen 7:00 u en 11:00 u in de binnenstad moet zijn?
  4. Openbaar vervoer: Er zijn een aantal tramverbindingen nodig. Om te beginnen een tram naar de Uithof en een naar Leidsche Rijn. Daarna een binnenstadsas naar Rijnsweerd en de Uithof. De lijn naar Nieuwegein Zuid moet over de Lek heen worden doorgetrokken naar Vianen. De lijn naar de Uithof moet op termijn worden doorgetrokken naar Zeist. Tenslotte is een tramverbinding nodig met Overvecht en Zuilen
    De tram: het HOV moet sneller worden dan de nu geldende mininumeis van 25 km/uur.
    Fiets: door de komst van de elektrische fiets liggen hier revolutionaire mogelijkheden. Met een rijsnelsheid van 25 km/uur en goede snelle fietsroutes kun je je van deur tot deur met zo'n 20 km per uur kunt verplaatsen. De fiets wordt daarmee voor grote gebieden in de regio het snelste vervoermiddel. Volgend jaar komt de eerste overdekte e-fiets op de markt (sinclair). Het wordt de kunst om een samenhangend fietsroutenet te maken waar veel routes zoals het Merwedekanaal in zitten. Dan kunnen fietsers zonder oponthoud door stoplichten dóórfietsen. Natuurlijk moeten de fietsroutes voldoende breed zijn: het aantal inhaalbewegingen zal flink toenemen. De routes moeten comfortabel zijn (asfalt), aantrekkelijk en veilig.
  5. Effectief gebruiken bestaande infrastructuur: Bij een snelheid van 50 tot 60 km is de capaciteit van een rijstrook het grootst en ontstaan de minste files. Het is niet voor niets dat bij drukte op de weg de snelheid teruggebracht wordt naar 50 km/uur. Om de ring zo effectief mogelijk te benutten zal er een rijsnelheid van 80 km/uur moeten gelden. Daardoor ontstaan er veel minder files.
Nog maken: google map + link
naar boven